Implantaten
Implantaten om gebitselementen te vervangen of een gebitsprothese te ondersteunen
Voor alle duidelijkheid: wat de natuur heeft geschapen, is niet gemakkelijk te vervangen. Een implantaat - een kunstwortel - is dan ook niet precies gelijk aan de wortel van uw eigen tand of kies, maar benadert de meeste eigenschappen hiervan wel zo dicht mogelijk.
Indien uw kunstgebit onvoldoende houvast heeft op de kaak, zou de mogelijkheid van implantaten overwogen kunnen worden. Uw kunstgebit zit dan weer vast. Ontbrekende tanden of kiezen kunnen ook worden vervangen door implantaten. In al deze gevallen kunt u weer als vanouds eten, praten en lachen.
Voor iedereen die met implantaten behandeld zou willen worden is het belangrijk te weten, dat een goede mondhygiëne een voorwaarde is voor langdurig succes. Tevens is het van belang te weten dat roken een succesvolle behandeling met implantaten in de weg kan staan.
Het probleem
Verlies van tanden en kiezen
Tanden en kiezen kunnen verloren gaan door een ongeval, tandbederf en/of ontstekingen van het tandvlees en het omringende steunweefsel.
![]() | ![]() |
Één verloren tand | Geen tanden meer aanwezig |
Uiteindelijk kan dit leiden tot volledige tandeloosheid en bent u aangewezen op een kunstgebit. Het kaakbot zal echter langzaam slinken, waardoor er minder steun aanwezig zal zijn en het kunstgebit los kan gaan zitten.
De Oplossing
Wat is een implantaat?
Een implantaat is een kunstwortel, die in het kaakbot geplaatst wordt. Implantaten zijn gemaakt van titanium en zien er uit als ‘schroefjes’.
Implantaten zijn klein, hebben een doorsnede variërend van 3,3 tot 4,8 mm en zijn tussen 6 tot 16 mm lang. Ze zijn ongeveer net zo groot als een natuurlijke tandwortel.
Waar worden ITI® implantaten van gemaakt?
Onder de zogenaamde weefselvriendelijke stoffen is titanium het meest geschikte metaal voor het vervaardigen van implantaten. Daarom komt het gebruik van titanium in de moderne geneeskunde zeer veelvuldig voor (bijvoorbeeld bij botbreukplaten, kunstgewrichten en pacemakers). Titanium wordt door het menselijk lichaam volledig geaccepteerd; dat wil zeggen dat er geen afweerreactie van het lichaam optreedt.
Implantatie in de tandheelkunde
Sinds mensenheugenis is binnen de tandheelkunde getracht verloren gegane tanden zo natuurlijk mogelijk te vervangen. Het uiteindelijke resultaat hierbij moest en moet herstel zijn van het uiterlijk en functieherstel, zoals het kauwen, spreken en lachen. De natuur heeft een perfect kauwsysteem ontwikkeld dat nooit volledig door kunstmiddelen vervangen kan worden. Een implantaat in de kaak als pijler voor tandvervanging komt het dichtst in de buurt van de natuurlijke tandwortel. Het aanbrengen van implantaten is inmiddels een betrouwbare behandelmethode en leidt normaliter tot een voorspelbaar goed eindresultaat.
Waartoe dient een implantaat?
Een implantaat dient als vervanging van een echte tandwortel en biedt houvast aan:
1. Een kroon (vervanging van één enkele tand of kies)
Als één enkele tand of kies ontbreekt, bijvoorbeeld door een ongeval, kan in de ontstane ruimte een implantaat worden geplaatst. Op dit implantaat wordt later een kroon aangebracht. Deze behandeling biedt het grote voordeel dat de naburige tanden onaangetast blijven en niet hoeven te worden afgeslepen voor het plaatsen van een brug.
![]() | ![]() | ![]() |
2. Een brug (vervanging van meerdere tanden of kiezen)
Als er een paar tanden of kiezen ontbreken zou er een brug of een gedeeltelijke prothese (frame of plaatje) kunnen worden gemaakt. Voor het maken van een brug moeten tanden of kiezen beslepen worden. Zeker wanneer het gezonde tanden en kiezen betreft, is dat natuurlijk jammer. Het dragen van een frame of plaatje wordt vaak als hinderlijk ervaren en belast bovendien de nog aanwezige tanden en kiezen. Implantaten kunnen een aantrekkelijk alternatief zijn. Op de implantaten kan een brugconstructie worden gemaakt, net zoals op de natuurlijke tandwortels.
![]() | ![]() | ![]() |
3. Een kunstgebit
Als alle tanden en kiezen ontbreken en het bestaande kunstgebit onvoldoende houvast op de kaak heeft, dan kan het kunstgebit op implantaten worden vastgeklikt. Bovendien wordt het slinken van de kaak door de aanwezigheid van de implantaten sterk afgeremd.
![]() | ![]() |
Wanneer kunnen implantaten worden toegepast?
Indien u een goede algemene gezondheid heeft, u uw mond goed schoon houdt en de kaak er geschikt voor is, kunnen er implantaten worden geplaatst. Implantaten kunnen zowel bij jonge als bij oudere mensen worden aangebracht. Uw tandarts/kaakchirurg zal een zorgvuldige beoordeling maken en u over de mogelijkheden informeren.
In welke gevallen moet van een implantaat worden afgezien?
Soms is het kaakbot zodanig geslonken dat het te smal en/of te laag is om er een implantaat in te zetten. Onderzoek van het kaakbot met behulp van o.a. röntgenfoto’s zal dit uitwijzen. In deze gevallen zijn dan aanvullende technieken nodig om het plaatsen van een implantaat mogelijk te maken. Bij patiënten die bepaalde medicijnen gebruiken, veel roken of niet in staat zijn natuurlijke tanden goed schoon te houden, is implantatie niet aan te raden.
De implantatie procedure kent 6 fasen
1. Het onderzoek
Het onderzoek bestaat uit een medisch en tandheelkundig deel. Röntgenfoto’s kunnen hulp bieden bij het bepalen of er voldoende bot aanwezig is.
2. De aanvraag bij de verzekering
De behandeling moet eerst worden aangevraagd bij de verzekeraar. Pas na machtiging door de zorgverzekeraar en nadat u uw handtekening hebt gezet onder de kostenbegroting en het behandelplan, vindt de behandeling plaats. De kosten van de behandeling worden geheel of gedeeltelijk vergoed, afhankelijk van uw verzekeringsvorm.
Implantaten ten behoeve van kronen of bruggen vallen niet onder de basisverzekering. De behandeling wordt, afhankelijk van uw polisvoorwaarden, gedeeltelijk vergoed uit een aanvullende tandartskostenverzekering.
3. De implantatie
Het plaatsen van een implantaat is een kleine operatieve ingreep. Deze ingreep kan veelal onder plaatselijke verdoving geschieden. Er wordt een opening in het tandvlees gemaakt; vervolgens wordt in het bot een gaatje geboord waar het implantaat precies in past. De ingreep duurt, afhankelijk van het aantal implantaten, meestal tussen de 30 en 90 minuten. Over het algemeen vallen de nabezwaren zoals pijn en zwelling erg mee. Zwelling die na de operatie ontstaat, kan door het koelen van de wang worden beperkt.
4. De ingroei-fase
Het vastgroeien van de implantaten neemt ± 6 weken tot 3 maanden in beslag. De tijdsduur is afhankelijk van een aantal factoren zoals hoeveelheid en kwaliteit van het bot. Tijdens de ingroei-fase wordt de genezing regelmatig gecontroleerd. Indien gewenst wordt er om esthetische redenen een noodvoorziening gemaakt.
5. Het plaatsen van de implantaat opbouw
Na de ingroei-periode wordt de implantaatopbouw geplaatst. Hierop kan de tandvervanging (een prothese, brug of kroon) worden bevestigd.
6. De nazorg
Een goede mondhygiëne en regelmatige controles (elke 3 tot 6 maanden) zijn essentieel voor een lange levensduur van de implantaten. Uitgebreide onderzoeken en ervaringen hebben inmiddels aangetoond dat implantaten, mits goed onderhouden, na tientallen jaren nog uitstekend kunnen functioneren.
Mislukt een implantatie wel eens?
Ja, in ongeveer 1,5% (onderkaak) tot 5% (bovenkaak) van de gevallen is er sprake van een mislukking. Het implantaat groeit niet vast of kan na verloop van tijd weer los gaan zitten. In deze gevallen kan het implantaat pijnlijk aanvoelen en zal moeten worden verwijderd. Het kaakbot en het tandvlees genezen normaal. Na 3 tot 6 maanden kan een nieuw implantaat worden aangebracht.